Database - ZOEKEN

Genre / Voornaam / Achternaam / Levensdata / Titel / Brongegevens Bundel / Eerste Uitgave / Brongegevens MonographieFiguren mythologisch-literair / Figuren historisch / Plaatsen mythologisch / Plaatsen historisch / Abstrakta / Gebeurtenissen / Antieke Auteurs / Antieke GeschriftenGebied / Cultuurgebied / Opmerkingen / Citatenvan:
Lyrik
Bertus

Aafjes

1914-1993
Een voetreis naar Rome
Amsterdam: J.M. Meulenhoff 1946
B.A.: Een voetreis naar Rome (Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1946). Fragmenten eerder gepubliceerd onde
de Muzen [Thema], personificaties (Aurora, Phoebus etc.)
Sappho (46), Nero (59)
Hades (46), Pieria (46), Lethe (68)
Hellas (7, 62), Rome (12, 15, 27, 35, 55-75), Aken (17), Keulen (17), Florence (42-45), Tiber (53-54), Atrium Vestae (57-58, 71-75)
lauwerkrans (5), tempel (8), Latijn (9), meerdere Homerische vergelijkingen, ecphrasis (23-24), verwijzingen naar bucoliek, hiërogliefen (37), klassieke architectuur
Aristoteles (9), Plato (9), Ovidius (30, 51), Homerus (30)
Ovidius: Ars amatoria; Homerus: Odyssee
HM
Lyrik
J.H.

Leopold

1865-1925
Oinou ena stalagmon ...
J.H. Leopold, Verzameld werk I: Verzen; fragmenten (Rotterdam/Amsterdam, 1951: Brusse/Van Oorschot), p. 115-119.
1910, in “De nieuwe gids”
Oceaan, (Oedipus, Odysseus)
Sappho
stoïcisme, epicurisme
Wijn vermengt met water en wordt tot één geheel (een uitwerking van het Chrysippuscitaat in Plut. De Comm. 37), allegorese van deze gedachtegang naar een metafysisch niveau.
Plutarchus, Chrysippus
Sappho fr. 105a Voigt
Plut. De Comm. 37 (citaat van Chrysippus)
HM
Lyrik
J.H.

Leopold

1865-1925
Cheops
J.H.Leopold, Verzameld werk I, Rotterdam/Amsterdam: Brussel/v.Oorschot 1951, 132-139.
1915
goden (‘Hooge Heerschers’)
Cheops; farao
hiernamaals
Egypte, piramide van Cheops
astrologie; hemelkoepel; kosmologie; harmonie der sferen; stoïcisme; epicurisme
bijzetting van Cheops in piramide
Herodotus; Marcus Aurelius
Herodotus, Historiën; Egyptische dodenboeken
Grieks-egyptisch
HM
Lyrik
M.

Vasalis

1909-1998
De idioot in het bad
M. Vasalis, Verzamelde gedichten, Amsterdam: Van Oorschot 2006, 12-13.
1940, Parken en woestijnen
(Odysseus in bad)
stoïcisme
De stoïsche martelaarsdood van Seneca wordt gelijkgesteld aan het herboren worden van de idioot in bad (?); het bad wordt als situatie van volkomen gelukzaligheid gepresenteerd.
Seneca
Tac. Ann. 15, 60-64; Verg. Aen. 6 ('lessen van zijn eerste dorst')
HM
Lyrik
M.

Vasalis

1909-1998
Kind in het licht
M. Vasalis, Verzamelde gedichten, Amsterdam: Van Oorschot 2006, 28.
1940, Parken en woestijnen
"Phaëthon", zon
Een beschrijving van licht voert naar een beschrijving van Phaëton en zijn paard.
Ov. Met. 1, 747-2, 328
HM
Lyrik
M.

Vasalis

1909-1998
Onweer in het moeras
M. Vasalis, Verzamelde gedichten, Amsterdam: Van Oorschot 2006, 29.
1940, Parken en woestijnen
(Hephaestus, Zeus)
De onweershemel wordt vergeleken met een smederij, hetgeen reminiscenties aan Hephaestus en Zeus oproept.
HM
Lyrik
M.

Vasalis

1909-1998
Phoenix I
M. Vasalis, Verzamelde gedichten, Amsterdam: Van Oorschot 2006, 35.
1947, De vogel Phoenix
Fenix
Uit een ark van Noach (beschreven als ‘houten vliegtuig’) komt de vogel Phoenix tevoorschijn, die zijn zegen verleent aan het schrijven van de dichter.
e.g. Her. Hist. 2, 73
HM
Lyrik
M.

Vasalis

1909-1998
Phoenix II
M. Vasalis, Verzamelde gedichten, Amsterdam: Van Oorschot 2006, 36.
1947, De vogel Phoenix
Fenix
Uitwerking van Phoenix I, verbinding van het branden van de Phoenix met het schrijverschap.
e.g. Her. Hist. 2, 73
HM
Lyrik
M.

Vasalis

1909-1998
Ra
M. Vasalis, Verzamelde gedichten, Amsterdam: Van Oorschot 2006, 46.
1947, De vogel Phoenix
Fenix, Ra
(Egypte)
tempel, heiligdom, zonnebaan
De Egyptische god Ra en de fenix worden met elkaar vereenzelvigd.
Her. Hist. 2
HM
M.

Vasalis

1909-1998
Daphne
M. Vasalis, Verzamelde gedichten, Amsterdam: Van Oorschot 2006, 52.
1947, De vogel Phoenix
Daphne
Beschrijving van Daphnes metamorfose vanuit het perspectief van Daphne.
Ovidius
Ov. Met. 1, 525-552
HM
Lyrik
M.

Vasalis

1909-1998
“Wat moet ik doen met alle overvloed…”
M. Vasalis, Verzamelde gedichten, Amsterdam: Van Oorschot 2006, 55.
1947, De vogel Phoenix
(Phaëthon)
Angstgevoel wordt verbonden met het lot van Phaëthon ("meen ik een godheid te ontmoeten,/zonder gelaat, die mij verschroeien moet").
Ovidius
Ov. Met. 2.150-200
HM
Lyrik
M.

Vasalis

1909-1998
Aan een boom in het Vondelpark
M. Vasalis, Verzamelde gedichten, Amsterdam: Van Oorschot 2006, 61.
1954, Vergezichten en gezichten
Hector, (Achilles)
(Troje)
natuur, wedergeboorte
Vergelijking van een gevelde boom met het lijk van Hector dat door Achilles om de muren van Troje wordt gesleept.
Homerus
Hom. Il. 22. 367-404
HM
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Orpheus
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 366.
G. A. Eurydice Utrecht: Het Spectrum 1944
Orpheus [Thema]
Mythologie
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Herculaneum
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 196
G. A. Osmose, Maastricht: A.A.M. Stols 1941
feniks (?, "geen leven geeft het vuur"), vgl. Opmerkingen
Herculaneum
Poëtologie
Grieks-Romeins
De feniks is een belangrijk motief in de gehele bundel. Het uitgraven van Herculaneum wordt poëtologisch gebruikt.
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Dichter
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 149
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1940
Plato
Symposium
Filosofie
Het gedicht heeft programmatische plaatsing en nodigt uit Plato's Symposium mee te lezen als intertekst.
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Reflex
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 151
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1941
Morgenlied (?). Poëzie als lichaam (?, "De nacht liet ... van uw lichaam de vertederingen lezen.")
Poëtologie
Grieks-Romeins
Het morgenlied is een motief in m.n. epigram en elegie. Vaak wordt de ochtend als vijand van de liefde voorgesteld, vgl. A.P. 5.172. Het lichaam als een literair corpus is een vaak terugkerend motief bij Achterberg.
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Huis
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 152
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1941
Onsterfelijkheid door poëzie (vgl. Hor. c. 3. 30)
Poëtologie
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Nadood
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 154
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1940
Morgenlied (?, "totdat de morgen ze verteert,/omdat geen licht ze weten mag.")
Het morgenlied is een motief in m.n. epigram en elegie. Vaak wordt de ochtend als vijand van de liefde voorgesteld, vgl. A.P. 5.172.
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Niemandsland
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 157
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1940
Orpheus (?, "Ik kan mij in den dood begeven")
Katabasis ("Ik kan mij in den dood begeven")
Mythologie
Grieks-Romeins
De katabasis betreft die van een dichter ("grond voor het lied, dat ik moet transformeren/tot de verstaanbaarheid"). Men denkt dan snel aan Orpheus, die een terugkerend thema vormt bij Achterberg.
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Ontworden
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 156
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1940
Grieks-Romeins
Hom. Od. 11.206-208 (?, "Toevluchten van uw armen zijn/geslonken tot de starre pijn:/mijn lege armen zijn de mijn'")
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Wederkeer
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 160
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1940
Liefde als jacht (erotisch motief, "gij voelt de vele hinden/van het verlangen")
Grieks-Romeins
Vgl. voor het motief Verg. Aen. 4.68-73; Hor. c. 1.23
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Wachtwoord
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 161
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1940
Plato's zielenleer (?, "houdt, aan den rand van dit heelal,/de ziel bespreking met het niet", vgl. Plato's Phaedrus 247c1-3)
Filosofie
Grieks
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Dans
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 165
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1940
Dodenrijk ("wijfelend tussen de twee rijken")
Mythologie
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Vrucht
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 166
G. A. Dead End, Maastricht: A.A.M. Stols 1940
Ivoren Poort ("De morgens stonden hecht/in elpenbenen licht.")
Mythologie
Grieks-Romeins
Dromen die door de Ivoren Poort komen, zullen niet uitkomen. Vgl. Hom. Od. 19.560–569.; Verg. Aen. 6.893-901.
MJR
Lyrik
Gerrit

Achterberg

1905-1962
Nu ik hier loop
G. A. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Querido 1980, 79
G. A. Eiland der ziel, Maastricht: A.A.M. Stols 1939
Poëzie als beweging te voet, voet als versvoet (?)
Poëtologie
? Dichters bewegen zich vaak te voet voort, op basis van spel tussen voet en versvoet. Vgl. Ov. Tr. 1.1.16; 1.10.23; A.P. 12.53.5-6
MJR
Wer ist eigentlich dieser Achill, fragte die Schildkröte und fraß weiter an ihrem Salatblatt
Arnfrid Astel
Philologische Interessen konnten nicht bedient werden.
Bertolt Brecht
Feuergefährlich ist viel. Aber nicht alles, was feuert, ist Schicksal, Unabwendbares.
Max Frisch
Ich ziehe mich zurück in das Federkleid schwebender aufsteigender Sätze
Günter Kunert
Die Moderne [kann] sich nur richtig verstehen, wenn sie sich aus der Antike versteht.
Michael Theunissen
Zuviel Abendland, Verdächtig.
Günter Eich